Hand in hand

03/04/2017


(blog behorend bij versje #YF17094)

Twee mannen zijn een avond op stap geweest en lopen ’s nachts naar huis. Hand in hand, want ze houden van elkaar.

Een groepje snotneuzen ziet daar aanleiding in om het op een schelden te zetten, een knokpartij is het gevolg. Omdat je als minderjarige ’s nachts natuurlijk niet zonder betonschaar op pad gaat, heeft een van hen dit handige stuk gereedschap bij zich. Daarmee slaan ze een van hun slachtoffers een aantal tanden uit zijn mond.

Het incident is binnen vierentwintig uur het gesprek van de dag. Verontwaardiging alom. Het kan en mag in Nederland anno 2017 toch niet zo zijn dat een homoseksueel stel niet hand in hand over straat kan lopen, zonder met agressie geconfronteerd te worden?

Ook ik ben verontwaardigd, en ik schrijf een versje (#YF17094) over het incident. En ik neem me voor om er ook nog een blog over te schrijven.

Maar nu zit ik hier, en ik realiseer me dat er niets te schrijven valt. Want wat moet ik zeggen?

Dat veertien- en ook zestienjarigen ’s nachts om vier uur in bed horen te liggen? Dat iedereen die niet op weg is naar zijn werk in de bouw zijn betonschaar misschien beter kan thuislaten? Dat het heel erg onbeleefd is om zonder enige aanleiding op mensen te gaan schelden? Dat iemands seksuele geaardheid geen aanleiding is of mag zijn om wél te schelden, of erger nog, mensen in elkaar te slaan?

Dat zou ik allemaal kunnen zeggen, maar daarmee zou ik nogal wat open deuren intrappen, want dat weten we toch allemaal al? We hoeven al die kennis al nog maar even toe te passen.